De Egel poetste zijn pennen één voor één af.
Wat een viezigheid zat er weer aangeprikt! Deze tijd scharrelde hij hele dagen door de blaadjes, op zoek naar lekkere dingen.
Nu lag hij lekker opgekruld in zijn holletje zijn pennen te poetsen.
‘Wat een heerlijke tijd is dit’ dacht de Egel. Ik kan bijna ongezien overal doorheen scharrelen naar wat ik lekker vind. Overal hapjes en beetjes. Ik word er wel vies van, maar dat is niet erg. Zo poets ik ook nog eens!
Bij de buren in de tuin heerlijke melk, aan de overkant de brokjes. ‘Ha’ dacht de Egel. Het lijkt wel een sterrenrestaurant!
‘Wat een heerlijke tijd’ zuchtte de Egel. ‘Die mag voor mij nog jaaaaren duren!’